In opdracht van VNG heeft de commissie Dannenberg een toekomstvisie geschreven over beschermd wonen, inclusief uitgangspunten voor een financieel verdeelmodel en samenwerking tussen gemeenten. In het rapport ‘Van beschermd wonen naar een beschermd thuis’ stelt de commissie de behoeften en levensdoelen van de cliënt zelf centraal. Dit stelt hoge eisen aan de relatie tussen professional en hulpverlener, want de hulp moet daarop aansluiten. Daarbij breekt de commissie een lans voor goede ondersteuning en educatie van naastbetrokkenen, voor herstelgroepen, inzet ervaringsdeskundigheid en cliëntgestuurde rehabilitatie.
Beschermd thuis wonen
De commissie Dannenberg wil wonen en zorg zoveel mogelijk scheiden. Het uitgangspunt is om mensen zoveel mogelijk beschermd thuis te laten wonen en dat de zorg naar behoefte flexibel wordt op- en afgeschaald. Gemeenten moeten zich bewust zijn van het feit dat het helpen van deze doelgroep naar beschermd thuis wonen een langdurend en hoog-intensief traject is. Daarbij geeft de commissie aan dat gemeenten nog een grote opdracht hebben om te zorgen voor voldoende goede huisvesting. Niet alleen zelfstandige huisvesting voor de mensen die uitstromen uit beschermde woonvormen, maar ook een diversiteit aan woonvarianten om maximaal tegemoet te komen aan de verscheidenheid van (wensen en behoefte van) de doelgroep.
Herstel, participatie en levensbrede ondersteuning
Het landelijk platform GGZ (LPGGZ) is over het algemeen blij met de toekomst die de commissie Dannenberg schetst, maar vraagt zich wel af hoe de kloof tussen de huidige praktijk en het toekomstbeeld overbrugd moet worden. Op dit moment ervaren cliënten en naastbetrokkenen nog grote problemen met de ambulantisering en de decentralisaties. Zo komt intensieve thuiszorg nog onvoldoende van de grond, sluiten zorg en participatie vaak slecht op elkaar aan en ontbreekt cliëntondersteuning (of past die ondersteuning niet bij de doelgroep).